Btw-aftrek bij kortdurend verhuur verbouwd monumentaal pand

Een man koopt een monumentaal pand. Op de begane grond bevindt zich een winkelruimte die hij belast verhuurt. De man laat het pand boven de winkel verbouwen tot zes appartementen, die hij kortdurend (4 tot 6 maanden) gaat verhuren. De appartementen worden verhuurd inclusief meubilering, stoffering, inventaris, nutsvoorzieningen, internet en maandelijkse schoonmaak. De man meent dat er sprake is van short-stay verhuur en trekt daarom de btw op de verbouwingskosten volledig af. De inspecteur weigert de aftrek en legt naheffingsaanslagen op. Er is volgens hem geen sprake van belaste, kortdurende verhuur van appartementen.
Lees meer
De man en de inspecteur zijn het erover eens dat de verbouwing van het monumentale pand niet leidt tot een nieuw vervaardigd goed. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt vast dat:
- de appartementen voor korte duur (maximaal 6 maanden) worden verhuurd;
- de appartementen volledig zijn ingericht en uitgerust om direct in gebruik te nemen;
- de huurders in de huurovereenkomsten verklaren dat sprake is van tijdelijk verblijf en dat zij het middelpunt van hun maatschappelijk leven niet naar het appartement verplaatsen;
- de huurders volledig worden ontzorgd.
Uit het bovenstaande volgt volgens de rechtbank dat de man met de verhuur van de appartementen concurreert met het hotel- en vakantiebestedingsbedrijf. De verhuur valt daarom onder de short-stay uitzondering, waardoor deze is belast (9%). Nu het voornemen om kortdurend te gaan verhuren niet ter discussie staat, heeft de man al tijdens de verbouwing recht op aftrek van de btw op de verbouwingskosten.