Achteraf opgestelde partageovereenkomst mist doel
Een projectontwikkelaar verricht in 2018 en 2019 werkzaamheden voor een bv, die percelen grond levert aan particulieren voor woningbouw. Deze levering is vrijgesteld van btw, aangezien het nog bebouwde percelen betreft. De projectontwikkelaar reikt aan de bv facturen uit met btw, maar draagt deze btw niet af. Op 3 december 2019 sluit zij met de bv namelijk een partageovereenkomst, waarin de eerder mondeling overeengekomen afspraken worden vastgelegd. Zij worden daarom geacht onderling geen prestaties aan elkaar te verrichten. De projectontwikkelaar crediteert daarom de uitgereikte facturen voor haar ontwikkelwerkzaamheden.
Partageovereenkomst in de btw
Onder een partageovereenkomst wordt een overeenkomst verstaan tussen twee of meer zelfstandige ondernemers, die afspreken voor gezamenlijke rekening en risico te handelen en de opbrengsten te delen. Er ontstaat bij partage geen nieuwe btw-belastingplichtige. De ondernemers verrichten één onsplitsbare prestatie aan een afnemer tegen één prijs. Voor de btw worden zij geacht onderling geen prestaties aan elkaar te verrichten. Zij zijn daarom slechts btw verschuldigd over hun eigen aandeel in de opbrengsten. De vergoedingen voor de in partage verrichte onderlinge prestaties worden geacht zich af te spelen buiten het bereik van de btw. De partageovereenkomst regelt de onderlinge verhouding tussen de ondernemers die in partage willen samenwerken.
Is sprake van partage?
De inspecteur meent dat de samenwerking tussen de projectontwikkelaar en de bv geen partage is en legt een btw-naheffingsaanslag op. De prestaties van de projectontwikkelaar aan de bv zijn daarom btw-belaste diensten. Hof Arnhem-Leeuwarden gaat hierin mee. Volgens het hof weerspiegelt de achteraf opgestelde partageovereenkomst niet de economische realiteit, zoals die tot uiting is gekomen in de uitgereikte voorschotfacturen. De projectontwikkelaar maakt niet aannemelijk dat de samenwerking wel partage is. De btw-naheffingsaanslag is terecht opgelegd.