Nuancering rechter versterkt positie werkgever bij loonsanctie
Aan het einde van de wachttijd van 104 weken beoordeelt het UWV of de inspanning van de werkgever in het re-integratietraject voldoende is geweest. Komt het UWV tot de slotsom dat de re-integratie-inspanningen onvoldoende zijn geweest, dan volgt een loonsanctie. Dat de werkgever het advies van de bedrijfsarts heeft gevolgd, maakt dit niet anders. Door de Rechtbank Amsterdam is een nuancering aangebracht: van de werkgever kan niet in redelijkheid in alle gevallen worden verwacht het advies van zijn bedrijfsarts in twijfel te trekken – ook al is het advies van de bedrijfsarts in de ogen van het UWV onjuist.
Hiervoor is uiteraard wel van belang dat de adviezen van de bedrijfsarts logisch zijn en dat ze ook passen bij de informatie uit de behandelende sector. Door het UWV is bij de beoordeling slechts beoordeeld of er sprake was van benutbare mogelijkheden, een belangrijk aspect in de re-integratie. De niet medische omstandigheden zijn echter onvoldoende betrokken bij de beoordeling. De medische en niet medische omstandigheden, die duidelijk en goed onderbouwd naar voren kwamen in de adviezen van de bedrijfsarts, zorgden er in combinatie voor dat er nog niet kon worden gestart met re-integreren. Nu het UWV onvoldoende heeft gemotiveerd op welke gronden de re-integratie tekortschoot, wordt het beroep gegrond bevonden en komt de loonsanctie te vervallen. Reden om een opgelegde sanctie te allen tijde zeer kritisch te beoordelen.
Tip
Heb je hulp nodig om te bepalen of een casus voor bezwaar geschikt is, of kun je ondersteuning gebruiken bij dit proces met het UWV? Neem dan contact op met mr. Gert-Jan van Dijk via gj.vandijk@fiscount.nl of 038-45 61 900.