Arbeid en Recht

Nieuwe arbowet zorgt voor (flinke) kostenstijging werkgevers

Werkgevers gaan de nieuwe arbowet in hun portemonnee voelen. De toename van de kosten is vooral toe te schrijven aan extra dienstverlening door werkgevers en nieuwe contracten. Ruim 70% van de arbodiensten heeft aangegeven dat de gemiddelde arbokosten per werknemer met meer dan 5% gaan stijgen en 19% verwacht zelfs een stijging boven de 10%. Andere deskundigen menen dat de arbodiensten deze kostenstijging (te) voorzichtig inschatten. De administratieve lasten voor werkgevers - doordat zij nieuwe basiscontracten met arbodiensten moeten aangaan - zijn namelijk nog niet meegenomen bij de genoemde kostenstijging.

Voor kleine werkgevers kan het effect van de nieuwe arbowet anders uitpakken dan voor grote werkgevers. Kleine werkgevers zijn verplicht aangewezen op arbodiensten, in tegenstelling tot grotere werkgevers met een ondernemersraad of personeelsvertegenwoordiging. Deze laatste categorie werkgevers beschikt over de mogelijkheid om een maatwerkregeling te treffen. Zij kunnen dus een bedrijfsarts inhuren die niet bij een arbodienst werkt. De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel aanvaard op 24 januari 2017. Naar verwachting treedt de nieuwe arbowet op 1 juli 2017 in werking.

Tip
Werkgevers hebben naar verwachting nog tot 1 juli 2018 de tijd om de (basis)contracten met arbodiensten aan te passen. Zijn de contracten op dat moment niet aangepast, dan volgt een boete. Werkgevers doen er verstandig aan om zich in de loop van dit jaar te verdiepen in de nieuwe eisen en tarieven van arbodiensten. Op die manier kunnen zij tijdig een goed (basis)contract sluiten tegen een concurrerende prijs.