Arbeid en Recht

Geen dienstbetrekking voor minderheidsaandeelhouder

Er is geen sprake van een (fictieve) dienstbetrekking tussen een werk-bv en de directeur van de beheer-bv, die 30% van de aandelen houdt. Rechtbank Gelderland hecht hierbij veel waarde aan het feit dat in deze constellatie niet de directeur, maar de beheer-bv bestuurder is. De aandeelhoudersvergadering van de werk-bv kan de beheer-bv als bestuurder ontslaan, maar dat wil nog niet zeggen dat de werk-bv gezag uitoefent over de directeur. Uit niets volgt dat het bedoeling was om een arbeidsovereenkomst aan te gaan. Oorspronkelijk hielden de beheer-bv en een andere holding elk 50% van de aandelen. De directeuren van die bv’s werkten op voet van gelijkwaardigheid.

Om financiële redenen is die aandelenverhouding gewijzigd, maar niet met de bedoeling om tot een gezagsverhouding te komen. Omdat de managementovereenkomst verschillende punten bevat die niet gebruikelijk zijn in een arbeidsovereenkomst, biedt deze onvoldoende aanwijzingen voor het bestaan van een dienstbetrekking. Het beroep wordt gegrond verklaard.

Commentaar

Dit is inmiddels de zoveelste uitspraak waarin wordt bevestigd dat de Belastingdienst niet zomaar door een beheer-bv heen kan kijken. De Belastingdienst stelde zich op het standpunt dat de werk-bv met de directeur een arbeidsovereenkomst had gesloten. Het was de werk-bv immers om de directeur te doen. De directeur is gehouden persoonlijk de werkzaamheden te verrichten, ontvangt daarvoor een vergoeding, en staat in een gezagsverhouding tot de werk-bv. Voor dit laatste punt verwijst de Belastingdienst naar een arrest van de Hoge Raad. Het gezag over de directeur wordt uitgeoefend door de algemene vergadering, die hem als bestuurder kan ontslaan. De werk-bv houdt slechts 30% van de aandelen en kan dit ontslag dus niet tegenhouden. Deze formele gezagsverhouding is voldoende voor het aannemen van een dienstbetrekking. Althans, volgens de Belastingdienst.

 Dienstbetrekking?

Naar het oordeel van de rechtbank moet het arrest zó worden uitgelegd: bij de beoordeling van de vraag of er een gezagsverhouding bestaat tussen een natuurlijke persoon en een rechtspersoon, is het niet van belang of er materieel sprake is van een gezagsverhouding. Voor de beoordeling van deze formele gezagsverhouding kan echter niet worden genegeerd dat niet de directeur bestuurder is, maar de beheer-bv. De algemene vergadering kan de beheer-bv als bestuurder ontslaan, maar dat is niet hetzelfde als gezag uitoefenen over de directeur bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden. Op grond van de feiten en omstandigheden komt de rechtbank tot het oordeel dat er geen sprake is van een dienstbetrekking.

Heb je vragen over de verzekeringsplicht van de DGA? Neem dan contact op met Hans Tabak, adviseur loonheffingen, per telefoon (0575-433 555) of per e-mail: h.tabak@fiscount.nl.