Nieuws - Pensioen Komkommertijd in pensioenland – of toch niet?

Ondanks het feit dat het nu komkommertijd is en er ook veel zaken rustig doorkabbelen, is de vermeende rust in pensioenland bedrieglijk. Een aantal werkgevers is inmiddels al bezig om voor te sorteren op de gevolgen van het nieuwe pensioenstelsel, daarin bijgestaan door hun adviseurs. Gelet op wat er moet gebeuren, is dat ook verstandig.

Inmiddels is aangekondigd dat de FOR gaat verdwijnen en er zijn ook tegemoetkomingen verschenen op het gebied van de ODV. Kortom, op dit vlak is er beweging en rijzen er vragen. Welke keuzes moeten er worden gemaakt in verband met de per 1 januari 2023 veranderende pensioenwetgeving? Hoe erg is het nu dat de FOR verdwijnt? Laten we eerst eens kijken naar de verschillende keuzes in het nieuwe pensioenstelsel.

Solidair versus flexibel

In het nieuwe pensioenstelsel kennen we nog maar één toegestane pensioenregeling; de beschikbarepremieregeling. Binnen dit beschikbarepremiestelsel komt er wel een keuzemogelijkheid. Werkgevers en werknemers mogen straks kiezen voor een solidaire of flexibele regeling. Bij een solidaire regeling wordt een ‘pensioendoelstelling’ vastgesteld en vervolgens berekent de pensioenuitvoerder de bijbehorende premie. Op de pensioendatum bedingt de deelnemer vervolgens de jaarlijkse uitkering. In een flexibele regeling wordt de ingelegde premie belegd en moet de werknemer op de pensioendatum zijn uitkering bedingen. Die uitkering is in de solidaire regeling altijd variabel en in de flexibele regeling mag de uitkering ook vast zijn. De hoogte van de ‘solidaire uitkering’ is afhankelijk van onder andere de beleggingsopbrengsten.

Wat opvalt, is dat er in de solidaire regeling nog steeds een pensioendoelstelling wordt nagestreefd. Ook nu wordt bij sommige pensioenregelingen een doelstelling over bijvoorbeeld het te bereiken pensioen vastgesteld. In de solidaire regeling is in ieder geval duidelijk dat de beschikbaar gestelde premie het uitgangspunt is. De overeenkomst tussen beide regelingen is dat de in te leggen premie een voor iedere werknemer gelijke, leeftijdsonafhankelijke vaste premie wordt. In eerste instantie wordt gedacht aan maximaal 30% van de pensioengrondslag.

Gelijke arbeid gelijk belonen

Voor op 31 december 2022 bestaande pensioenregelingen wordt overgangsrecht gecreëerd. Dit overgangsrecht houdt in dat een werkgever voor het personeel dat op die datum in dienst is, mag blijven uitgaan van een met de leeftijd stijgende premie. Werknemers die na die datum in dienst komen, mogen alleen maar een vaste, leeftijdsonafhankelijke premie aangeboden krijgen. Je krijgt dan als werkgever te maken met de situatie dat er in jouw onderneming werknemers in dienst zijn die weliswaar hetzelfde werk verrichten, maar voor wat betreft de arbeidsvoorwaarde pensioen ongelijk worden behandel. De tot nu toe onbeantwoorde vraag is of er daarbij sprake is van ongelijke behandeling?

Verplichte AOV voor zzp’ers

Het is een lang gekoesterde wens van de politiek en de sociale partners om te komen tot een verplichte verzekering tegen de risico’s van arbeidsongeschiktheid van zelfstandigen. Alleen de uitvoering blijft enigszins achter. In een recente brief van het Ministerie van Sociale Zaken is aangegeven dat er al grote stappen zijn gemaakt. Echter, met name de uitvoering door het UWV (uitkeringskant) en de Belastingdienst (inning van de premies) vergt meer tijd. De invoering van een verplichte AOV-verzekering voor zelfstandigen wordt dan ook niet verwacht voor 2027.

Fiscale Oudedagsreserve (FOR)

Zelfstandige ondernemers mogen onder bepaalde voorwaarden een bepaald percentage van hun winst toevoegen aan de FOR. Op deze manier worden zij in staat gesteld te ‘sparen voor hun pensioen’. In de Voorjaarsnota 2022 heeft het kabinet echter aangekondigd dat de FOR met ingang van 1 januari 2023 wordt afgeschaft. Het praktische effect van deze maatregel is dat het vanaf die datum niet meer mogelijk is om nog toevoegingen te doen aan de FOR. Bestaande rechten mogen nog wel worden afgewikkeld op de manier zoals we die nu kennen. Deze maatregel hing al een tijdje in de lucht, maar wordt nu waarschijnlijk versneld ingevoerd als gevolg van de huidige financiële tegenvallers. Na het pensioen in eigen beheer valt nu dus ook het doek voor een andere papieren tijger; de FOR.

Lijfrente bedingen

Het is belangrijk om te beseffen dat de FOR weliswaar wordt gereserveerd op de balans van de ondernemer, maar dat er voor deze reserve te zijner tijd daadwerkelijk een lijfrente bij een verzekeraar of bank moet worden bedongen. Dit betekent voor de ondernemer dat hij of zij ervoor moet zorgen dat er voldoende liquiditeiten zijn om deze lijfrente op de ‘pensioendatum’ te kunnen aankopen. Dit laatste punt blijkt in de praktijk tegen te vallen. Daarom is het verstandig om een eind te maken aan dit papieren uitstel van belasting betalen. Laat de ondernemer op het moment dat hij over liquiditeiten beschikt bijvoorbeeld een (verzekerde of bancaire) lijfrente afsluiten. De aangekondigde uitbreiding van de jaar- en reserveringsruimte helpt daarbij. Jouw rol als adviseur krijgt er weer een nieuw aspect bij; pak die kans. Op dit moment is het nog niet duidelijk of de afschaffing van de FOR ook gepaard zal gaan met soortgelijke tegemoetkomingen, zoals destijds bij het afschaffen van het pensioen in eigen beheer (PEB).

ODV

Het is mogelijk om een ODV om te zetten in een lijfrente. Bij die omzetting moeten dan wel de spelregels van het lijfrenteregime worden gevolgd. Een van die regels is dat de uitkeringen uit hoofde van een lijfrente uiterlijk ingaan in het jaar waarin je de leeftijd bereikt die vijf jaar hoger is dan de AOW-leeftijd. Blijkbaar roept deze regel in de praktijk ‘ongewenste situaties’ op. Reden voor de staatssecretaris om voor de omzetting van een ODV deze specifieke regel overboord te zetten. Voorwaarde is dan wel dat de lijfrente-uitkeringen direct moeten ingaan en dat er een verzoek aan de inspecteur moet worden gedaan. De staatssecretaris gaat dit beleid vastleggen in een wetswijziging die onderdeel zal uitmaken van het Belastingplan 2023. Opmerkelijk is dat het voorstel terugwerkende kracht krijgt tot 1 april 2017. Heb jij ooit een verzekeraar gezien die met terugwerkende kracht alsnog een lijfrentepolis afsluit? Ik ben benieuwd naar de praktische invulling van deze politiek getinte wens. Of is de wens hier wellicht opnieuw de vader van de gedachte?

Geen hangmatmodus in komkommertijd

Komkommertijd of niet, er staat ons op pensioengebied het nodige te wachten. Begin daarom nu al met het informeren van werkgevers over de wijzigingen die eraan komen als het gaat om hun pensioenregeling. Inventariseer ook hoe deze wijziging past binnen het totale pakket van afgesproken arbeidsvoorwaarden. En al is de invoering van een verplichte AOV nog op de lange baan geschoven, er moet wel werk worden gemaakt van een concretere vorm van advisering over de afschaffing van de FOR. Maak daarom als adviseur de oudedagsvoorziening voor de ondernemer tot een vast onderwerp bij de bespreking van de jaarrekening. Zo houden jij en de ondernemer de vinger aan de pols.

Auteur