Benchmark Kantoorcijfers: “Je wilt toch weten waar je staat!”

“Geloof in eigen kracht is mooi, maar je moet wel weten waar je staat.” Misschien is dat wel de belangrijkste metaboodschap van Bas Voogd, Ruud Walravens, Marcel Baas en Henk Jan Schuurhuis als je hun vraagt waarom zij jaarlijks de Benchmark Kantoorcijfers van Fiscount en NOAB invullen. Wat halen zij eruit voor hun kantoren? 

Bas Voogd (Accountants- en Advieskantoor Voogd) en Henk Jan Schuurhuis (Vechtdal Accountants) zijn beide aangesloten bij Fiscount, Ruud Walravens (van Herpt & Partners) en Marcel Baas (Advies- en administratiekantoor MenL) zijn al jarenlang NOAB-lid. Wat is hun motivatie om mee te doen aan de benchmark – en wat levert het hen op?

Bas Voogd: “De belangrijkste reden voor ons om mee te doen? Wij willen weten waar ons kantoor staat ten opzichte van andere, vergelijkbare kantoren. We focussen onder meer op de tariefstructuur en de kostenkant. Uit de vorige benchmark bleek bijvoorbeeld dat wij relatief lage tarieven hanteerden voor bepaalde werkzaamheden inzake het boekwerk. Dat tarief hebben we daarna verhoogd. Als je dan vervolgens merkt dat daar geen enkele klant over piept, denk je wel even bij jezelf ‘hadden we dat niet een jaar eerder kunnen doen?’. Het invullen van de benchmark kost me een uurtje; in het ene scherm heb ik de jaarrekening staan, in het andere de benchmark. Die vul ik zo zorgvuldig mogelijk in, zodat er een goed beeld ontstaat.”

Marcel Baas: “Voor ons is de benchmark een spiegel die we onszelf voorhouden: doen we het nou goed of doen we het nou níet goed met ons kantoor? Ik wil weten wat de uurlonen doen, de prijzen, maar ik ben ook nieuwsgierig naar wat er bij mijn collega’s in de kostensfeer gebeurt; doen ze mee met het ICT-verhaal of niet? Ik kijk niet alleen naar de omzet, maar ook naar het rendement. Moet dat omhoog of niet? De benchmark biedt ons houvast om onze positie te bepalen ten opzichte van de rest van het speelveld. Tegelijkertijd prikkelt het ook tot nadenken: kunnen we ons op de een of andere manier nog extra onderscheiden naar buiten toe?”

Henk Jan Schuurhuis: “Meedoen aan de benchmark zet mij elk jaar toch wel weer op scherp. Met name ten aanzien van de ontwikkelingen rond IT. Ik wil daar geen nieuwe, onbekende dingen in tegenkomen! Het zet me ook altijd wel aan tot kritisch nadenken over het rendement dat we maken. Dat kan in de praktijk leiden tot concrete aanpassing van je kosten- of tariefstructuur, maar de benchmark kan natuurlijk ook gewoon bevestigen dat je op de goede koers zit. Wijkt iets op onderdelen significant af van andere kantoren, dan ga ik altijd wel op onderzoek uit. Het zorgt ook wel voor een moment van reflectie. Als ik in de benchmark lees dat een groot deel nog niet eens € 60.000 salaris eruit kan halen voor zichzelf, hoe kun je dan je klant helpen om een beter rendement te behalen? Begin dan eerst maar eens bij jezelf!”

Ruud Walravens: ”Het invullen van de benchmark is belangrijk, omdat je van daaruit een juist beeld schetst naar nieuwe leden, zodat ze een ijkpunt hebben waar ze zich op kunnen richten. Die informatie is ook belangrijk voor leden met wie het minder goed gaat. De benchmark reikt hun punten aan waar ze aan kunnen werken, waar ze actie op moeten ondernemen. Wij zien de benchmark als een soort dashboard. De uitkomst nemen we mee, maar we committeren ons aan onze eigen visie en missie. Wij hebben goed gescoord op de laatste benchmark en daar zijn we tevreden mee. Uiteindelijk gaat het erom dat je ’s ochtends opstaat met het gevoel ‘ha, we gaan er weer lekker tegenaan vandaag!’. En niet dat je ’s middags met een terneergeslagen gevoel naar huis gaat, omdat je score in de benchmark tegenvalt. Als je jezelf al door een benchmarkoverzicht uit het veld laat slaan, komt het ook niet goed!”

Uitbreiding benchmark?

Voor de meeste kantoren die deelnemen, is de motivatie: meten is weten. Als je weet waar je staat, kun je daar ook concrete acties aan verbinden. Zit ik goed met mijn kosten- en tariefstructuur, wat doe ik – kennelijk – anders dan andere kantoren? Maar missen kantoren nu ook nog bepaalde aspecten in de benchmark? Als het aan Bas Voogd ligt, zou hij het aardig vinden om inzichtelijk te krijgen hoe het klantenbestand verdeeld is over de kantoren, in welke branches zij actief zijn. Marcel Baas is daarentegen – net als Henk Jan Schuurhuis – bovenmatig nieuwsgierig naar extra informatie over ICT. Wellicht zou dat zelfs aanleiding kunnen zijn om als kantoren samen de krachten te bundelen en betere prijsafspraken te maken met de grotere leveranciers in softwareland. En wat te zeggen van het idee om eens in kaart te brengen welke interessante ‘neventakken’ kantoren ontwikkelen naast hun gebruikelijke dienstverlening? Denk aan hrm-dienstverlening, optimalisering van teams, een financieringsdesk, speciale subsidietak, etc.?

De 11e editie van de benchmark Kantoorcijfers is een onderzoek van Fiscount en NOAB onder mkb accountants- en administratiekantoren, wat een representatief beeld oplevert van de kantoorexploitatie, tarieven en vergelijkingen, trends en ontwikkelingen binnen dit marktsegment. De peilstok gaat echter ook in zaken als vergrijzing, adviesomzet en investeringen in ICT. Circa 700 accountantskantoren en 1.000 administratiekantoren zijn uitgenodigd om de benchmark in te vullen.

Ook deelnemen aan de benchmark of wil je meer informatie? Lees hier verder!